Vierde baggerschip met ultra-lage uitstoot te water gelaten

Sleephopperzuiger Sanderus met een laadcapaciteit van 6.000 m³ ging vorige week te water op de Keppel Offshore & Marine scheepswerf in Singapore. Dit is het vierde schip waarmee Jan De Nul Group maximaal inzet op een betere luchtkwaliteit door de uitlaatgassen maximaal te filteren.

Dit ‘groene’ schip is het eerste van twee identieke middelgrote sleephopperzuigers in aanbouw op de Keppel O&M scheepswerf in Singapore. Beide schepen zijn uitgerust met een uitgekiend uitlaatgasbehandelingssysteem dat de uitstoot in twee fasen filtert.

In totaal ontwierp Jan De Nul Group zes schepen met een ultra-lage uitstoot (in het Engels ook wel Ultra-Low Emission vessels of ULEv’s): vijf sleephopperzuigers en één offshore jack-up installatieschip, de Voltaire. De twee hopperzuigers van 6.000 m³ en de Voltaire zijn nog in aanbouw. Drie hopperzuigers van 3.500 m³, waarvan de eerste in juli 2018 te water werd gelaten, zijn intussen opgeleverd en onderweg naar hun eerste project.

Sanderus’ troeven

De Sanderus combineert een geringe diepgang met een hoge wendbaarheid, waardoor het schip uitermate geschikt is voor werken op plaatsen met weinig manoeuvreerruimte.

De Sanderus heeft een dieselelektrische aandrijving: de baggerinstallatie en propulsie worden elektrisch aangedreven met behulp van frequentieomvormers. Op die manier kan ieder onderdeel van het proces optimaal werken. Het elektrische vermogen voor de aandrijvingen aan boord wordt opgewekt door drie dieselgeneratorsets, die belastingafhankelijk automatisch opgestart of gestopt worden. Bovendien resulteert de asymmetrische belastingverdeling over de verschillende diesels in een verminderd fuelverbruik. Al deze maatregelen leiden tot in een lager stookolieverbruik dan alle andere schepen in die klasse.

Over de baanbrekende emissiebehandelingstechnologie

Jan De Nul Group gaat milieu-uitdagingen aan door te focussen op het verlagen van de voetafdruk van zijn maritieme activiteiten op luchtkwaliteit en klimaat. Luchtverontreiniging is een van de grootste gevaren voor de volksgezondheid. Bouwactiviteiten op zee situeren zich meestal in de buurt van kustlijnen, grotere en kleinere havens, en dichtbevolkte gebieden.

Als een van de belangrijkste wereldspelers in waterbouwwerken verricht Jan De Nul Group baanbrekend werk op het vlak van emissiebehandeling. Ongeacht de brandstofkeuze of motortechnologie, de uitlaatgassen moeten altijd gefilterd worden. Daarom is de nieuwste generatie van Jan De Nul’s schepen uitgerust met een uiterst geavanceerd tweeledig uitlaatgasfiltersysteem met een selectief katalytisch reductiesysteem (SCR) en een dieselpartikelfilter (DPF). Deze emissiebehandelingstechnologie voldoet aan de strengere Europese EURO STAGE V-richtlijnen inzake emissies op het land en op binnenwateren.