VOKA Rondetafelgesprek - Foto: Wim Kempenaers

Rondetafelgesprek VOKA: Ontwikkelen en bouwen in Vlaanderen? Hoe rigide is ons vergunningenbeleid?

Veel regels en toch onzeker

Wie in Vlaanderen wil bouwen, verbouwen, slopen of graven heeft een omgevingsvergunning nodig. Het instrument dat sinds 2017 van kracht is, integreerde in eerste instantie de milieu- en bouwvergunning en later volgden de natuurvergunning en de kleinhandelsvergunning.

Vandaag ondervinden aannemers en bouwheren voordelen van deze hervormde regelgeving en doorgedreven digitalisering. Maar ook hier zijn nog winsten te boeken.

Veel regels en toch onzeker. Dat vat het ongenoegen, maar vooral de bezorgdheid, samen over een stroef verlopend vergunningsproces dat volgens het kenniscentrum VOKA leeft bij vele ‘ondernemende’ actoren in het proces: projectontwikkelaars en andere initiatiefnemers.

“Grote, complexe projecten zijn in Vlaanderen nagenoeg onmogelijk geworden,” aldus Steven Betz, Senior adviseur milieu & ruimtelijke ordening bij Kenniscentrum VOKA. Maar ook over de lange wachttijden om de vele duizenden kleinere projecten effectief te kunnen starten wordt geklaagd. “Hier leeft een gevoel van regelneverij en onnodig tijdverlies.”

Ondernemers VOKA Oost-Vlaanderen ging hierover in gesprek met een panel van zes ervaringsdeskundigen actief in vastgoed, milieu en projectontwikkeling.

Collega Julie De Pauw, Development Manager bij PSR, gaf tijdens dit rondetafelgesprek mee haar kijk en inzichten op de verdere toekomst van dit cruciale beleidsinstrument.

Leden rondetafelgesprek VOKA
Portret panelleden © Wim Kempenaers.
v.l.n.r op de foto: Laurens Branteghem, Vic Huys, , Steven Betz, Caroline Verdoodt, Mieke Schauvlieghe, Julie De Pauw.

Maak kennis met de zienswijze van Julie op de besproken stellingen tijdens dit rondetafelgesprek.
Veel regels en toch onzeker

Julie: “Bij ons loopt een voortraject gemakkelijk over drie tot vier jaar. We besteden ontzettend veel energie in het afstemmen van alle regelgeving. We missen iemand die vanuit de gemeente dat traject voor ons trekt. Nu lopen wij met ons dossier de diensten af terwijl een gecoördineerde aanpak met ondersteuning van een gemeentelijke SPOC (single point of contact, één aanspreekpunt, red.) veel zou helpen.”

Mank beleid maakt vastgoed duurder

Julie: “Sommige gemeenten leggen verordeningen op rond de vereiste oppervlakte van appartementen in een project. Vaak zijn die zo groot dat ze dreigen niet meer betaalbaar te worden. Ik begrijp wel de achterliggende doelstelling van het beleid, maar wij moeten betaalbare woningen kunnen bouwen.”

‘Tegen’ zijn kost bijna niets

Julie: “Ondanks de inspanningen van opeenvolgende ministers van administratieve vereenvoudiging zijn procedures alleen maar moeilijker geworden. In 2021 bedroeg de gemiddelde wachttijd voor een bouwvergunning in Vlaanderen liefst 44 maanden. Daarbij komt dat ruim 54% van de ontwikkelaars te maken kreeg met een beroepsprocedure. Het is hoog tijd om in te grijpen. We wensen het vastgoedaanbod mee te verduurzamen, maar die vergunningen komen maar niet. Vandaag is de toegang tot beroepsprocedures al te gemakkelijk. Voor ongeveer 100 euro ga je naar de provincie en teken je beroep aan tegen een bouwproject.”

Zo kan het beter

Julie: “Het voortraject is voor een ontwikkelaar een hele zware financiële dobber. Gemiddeld gaat er vier jaar over eer wij een vergunning in handen hebben. Akkoord dat het traject kwalitatief moet zijn maar er moet ook besef zijn dat het korter kan.”

Hoe kan de kwaliteit omhoog?

Julie: “Wij steken heel veel energie in het informeren van de buurt. Tijdens infovergaderingen missen wij het beleid dat zegt: ‘Wij steunen dit project’. Op onze vraag om aan te sluiten krijgen wij altijd het antwoord: ‘Wij moeten ons onafhankelijk opstellen’. Dat vind ik een fout signaal.”

Lees hier het volledige artikel.

Ondernemers Voka Oost-Vlaanderen, Jan Van Gyseghem, maart 2023: