Connecteren van elektriciteitsnetwerken is cruciaal voor de realisatie van de energietransitie

De voorbije decennia stonden in het teken van digitalisering en de creatie van datanetwerken waarvoor enorme glasvezelkabel-netwerken werden geïnstalleerd door alle wereldzeeën en over de continenten heen. Vandaag biedt een nieuwe netwerkuitdaging zich aan: die van het elektriciteitstransport. We moeten er immers voor zorgen dat hernieuwbare elektriciteit op het juiste moment daar is waar ze nodig is, waar ook ter wereld. En dat komt niet steeds overeen met waar de elektriciteit wordt opgewekt.

De wereldkoers is bepaald. We nemen gestaag maar zeker afstand van fossiele brandstoffen en switchen naar alternatieven. De energiebron bij uitstek is elektrisch. En dat die elektriciteitsproductie lang niet altijd groen is: daar knijpen we een oogje voor dicht. We moeten wel, want de hernieuwbare productie garandeert nu geen constante, laat staan voldoende aanvoer. Dat erin investeren belangrijk is, staat buiten kijf, maar de wereld kijkt een niet te onderschatten pijnpunt in de ogen: dat ze elektrisch onvoldoende of vaak helemaal niet verbonden is. Immers hoe groen of hoe grijs de elektriciteit ook geproduceerd wordt: je bent er niets mee als die niet geraakt waar die moet worden verbruikt. Immers, omdat de zon hier niet altijd schijnt en de wind hier niet altijd waait is het connecteren van elektriciteitsnetwerken over de grenzen heen een cruciale factor voor de realisatie van de energie-transitie.

Veranderend energielandschap

De productie van elektriciteit gebeurt wijdverspreid, op zee en op land, en deels onvoorspelbaar. De constante elektriciteitsproductie zoals we die kennen zal steeds meer plaats maken voor hernieuwbare varianten met productiepieken en -dalen. Dat impulsieve kantje moeten we erbij nemen en het zoeken naar de ideale manier om dit op te vangen zijn groeipijnen van de wereldwijde energietransitie. Dat de vraag naar elektriciteit allesbehalve zal afnemen, staat buiten kijf. Particulieren rekenen op elektriciteit voor het laden van de eigen wagen, het verwarmen van de woning en de opstart van de kookplaat en ook de industrieën herbekijken hun werking en switchen naar elektrische aangestuurde producties. Ook de Power from shore projecten zijn in de sector aan een opmars bezig: elektriciteit van aan land is daarbij nodig voor de werking van olie- en gasplatformen op zee. Allemaal initiatieven die bijdragen aan een vergroening van de wereld, maar die enkel met elektriciteit te verwezenlijken vallen. De vraag swingt weldra de pan uit en zo is ook het elektriciteitstransport van cruciaal belang om aan deze vraag te kunnen voldoen. De elektriciteitsrevolutie is een feit en bijgevolg is iedereen die hierin een verschil kan maken aan zet.

Meer interconnectiviteit, meer zekerheid
Door het veranderende energielandschap is interconnectiviteit een prioriteit geworden. De installatie van interconnectors is dan ook booming business. Naar analogie met de klassieke hoogspanningslijnen die we ook in ons landschap regelmatig zien opduiken, verbinden ook onderzeese interconnectors verschillende elektriciteitsnetten met elkaar. Op die manier kunnen landen elektriciteit efficiënt uitwisselen en zo beantwoorden aan nationale piekverbruiken.

Voor de komende jaren zitten heel wat projecten in de pijplijn, die de energietransitie alleen maar zullen versnellen. In België bekijkt Elia samen met het Deense Energinet de mogelijkheid om beide landen te verbinden met een interconnector. Er zijn ook plannen voor een nieuwe verbinding met het Verenigd Koninkrijk, naast de reeds bestaande Nemo-verbinding. IJsland wil hydropower en geothermische energie per kabel naar het Verenigd Koninkrijk transporteren. Ook landen in Azië, Afrika en Amerika nemen deze piste dwars door zee onder de loep: Singapore, Tasmanië en Papoea-Nieuw-Guinea willen connecteren, Marokko wil zonne-energie via submarine kabels transporteren naar Engeland, en ook Panama en Colombia bekijken een energieverbinding.

Door een voldoende groot aantal interconnectors naar verschillende andere landen te installeren, in combinatie met op eigen grondgebied opgewekte hernieuwbare energie, zal het energielandschap dus steeds meer verspreid worden en ons zo toelaten om over de landsgrenzen heen de energiebevoorrading op peil te houden en te verzekeren. Meer zelfs, ze moeten ons in staat stellen om minder afhankelijk te worden van de klassieke energieproducties zoals steenkool, gas en olie, én van de beperkte groep landen die ons momenteel deze fossiele energie leveren. Met de installatie van onderzeese elektriciteitskabels dragen we dus bij aan een essentieel onderdeel van de energietransitie.

Uitdagende groei
Willen we de wereld kunnen voorzien van de nodige elektriciteitstoevoer, dan staat de industriële keten een uitdagende periode te wachten. De capaciteit van alles wat elektriciteit produceert en transporteert moet mee de hoogte in willen we de elektriciteitsbevoorrading op peil krijgen en houden. Kabelleveranciers zullen steeds meer, langere en zwaardere kabels moeten fabriceren. De componenten van windturbines zullen groter blijven worden en in grotere aantallen nodig zijn en het nodige materiaal om dit alles mee te installeren moet aan deze groei kunnen beantwoorden. De recente keuze voor de aankoop van ons derde kabellegschip Connector kadert in dit plaatje. We zijn klaar voor de steile vooruitgang in de sector.

Jan De Nul zoekt talent

Jan De Nul biedt specifieke offshore diensten voor de bouw van de energietransitie. Deze diensten gaan van het installeren van monopiles, funderingen en windturbinegeneratoren voor offshore windmolenparken tot de installatie, het ingraven en beschermen van kabels, umbilicals en onderzeese pijpleidingen.
Voor zijn uitdagende offshore activiteiten is Jan De Nul op zoek naar talent om mee te bouwen aan de energietransitie.

Related items