We kunnen er niet omheen: ons klimaat verandert. Zomers worden droger, stormen worden alsmaar heviger en bepaalde weertypes blijven soms weken hangen als gevolg van een minder bewegende straalstroom. Dat in combinatie met een stijgende zeespiegel zorgt ervoor dat de kusten van laaggelegen landen onder druk liggen. België is daar één van. De stranden zijn er kwetsbaar en verliezen elk jaar een aanzienlijke hoeveelheid zand aan de zee.

Gezocht (en gevonden): een minimale milieu-impact

Een duurzame methode die we op een duurzame manier uitvoeren. Want specifiek voor dit contract was de milieu-impact een belangrijk gunningscriterium gezien de langetermijnvisie op kustbescherming van onze klant, het agentschap Maritieme Dienstverlening & Kust (MDK) van de Vlaamse overheid: we moeten ons vandaag voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering door de kusten te versterken en tegelijkertijd de oorzaken maximaal te reduceren. Jan De Nul’s duidelijke engagement om tijdens de uitvoering van de suppletiewerken minder CO2 uit te stoten, maakte van ons de meest geschikte partij.

“Als overheid kiezen wij voor elk project een aannemer op basis van de vastgelegde criteria”, legt Elias Van Quickelborne uit. Als projectverantwoordelijke bij MDK zit hij mee aan de basis van de selectieprocedures. “Zo garanderen we een level playing field voor alle bieders. Voor de suppleties in Oostende kozen we uit de vijf geselecteerde aannemers binnen deze raamovereenkomst opnieuw voor Jan De Nul, omdat het aan alle specifieke criteria voor dit project, waaronder duurzaamheid, het best voldeed.”

Duurzame keuzes

Sleephopperzuiger Alexander von Humboldt pompte het gebaggerde zand uit de Noordzee door een drijvende leiding op het strand van Oostende. En dat deed het op 100% duurzame drop-in biobrandstof, wat de CO2-uitstoot met circa 90% verminderde. Die focus op CO2-bewust handelen en CO2-reductie is niet nieuw voor Jan De Nul. Onze jarenlange inspanningen op dit gebied werden al beloond met een certificering op het vijfde en hoogste niveau van de CO2-prestatieladder.

In Nederland wordt dit duurzaamheidsinstrument systematisch gebruikt in bedrijven, projecten en bij aanbestedingen. “In België was dit nog niet het geval, maar hier komt stilaan verandering in”, zegt Elias. “De projecten in Raversijde in 2021 en in Oostende in 2022 gelden als pilootprojecten voor de integratie van de CO2-prestatieladder in onze aanbestedingsprocedures. Voor de werken aan de kust nemen we daarnaast ook andere criteria op, zoals geluidshinder, luchthinder en emissies van fijnstof en stikstof.”

Precies om die uitstoot van fijnstof en stikstof met 80% te reduceren, zette Jan De Nul op het strand van Oostende bulldozers en graafkranen in die voorzien zijn van geavanceerde uitlaatgasfiltersystemen. En ook met werfkantoren van de nieuwste generatie, voorzien van goed isolerende materialen en een warmtepomp, spaarden we energieverbruik uit.

Een voorbeeld voor de hele sector

Jan De Nul was niet aan zijn proefstuk toe in Oostende. In 2021 voerden we al gelijkaardige werken uit op de stranden van Raversijde en Knokke. En in 2019 waren we nog een voortrekker binnen de sector door te ijveren voor de opname van een minimale verplichte CO2-reductie van 15% in Vlaamse baggercontracten tegen 2022. “En dat heeft zeker iets in gang gezet,” zegt Elias. “De voorbeeldfunctie van aannemers op projectniveau valt niet te onderschatten. Zij bewijzen dat een duurzame werkmethode mogelijk is. Ondertussen integreren wij die CO2-reductie in bijna alle baggerprojecten die we uitschrijven. Zo worden ook onderhoudsbaggerwerken nu duurzamer uitgevoerd. Dat is zeker een stap voorwaarts.”

Ook Jan De Nul voerde al dergelijke onderhoudswerken uit, in Nieuwpoort en op de Schelde. “We kunnen zeker stellen dat de baggersector grote ambities heeft op gebied van duurzaamheid”, merkt Elias op. “Iedereen streeft naar niveau 5 van de CO2-prestatieladder, waardoor het criterium van het CO2-ambitieniveau steeds minder onderscheidend werkt. Het daagt ons ook uit om verder te evolueren en ook meer aandacht te besteden aan andere soorten emissies.”

Strengere criteria vragen nieuwe oplossingen

Duurzaamheid wint aan belang in de aanbestedingen van de Vlaamse Overheid. Evolueren we richting een verplichte reductie van emissies? “Dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren”, zegt Elias. “Niet alle bedrijven in de bouwsector staan vandaag al even ver qua duurzame aanpak. Strengere criteria zullen we dus stelselmatig introduceren, zodat iedereen mee kan.” Aan de leidraad voor het bepalen van de criteria wordt momenteel gewerkt. Een klimaatplan dat inzet op een forse CO2-reductie en acties definieert om dat doel te bereiken.

Koploper in bijna-emissieloze kustbescherming