Toots Thielemans

Een antwoord voor elk mobiliteitsvraagstuk

Het is geen geheim: Koning Auto regeert nog van Sydney tot Chicago. Zowat elke (wereld)stad kampt daarom met dezelfde problemen. Denk aan luchtvervuiling, files, geluidsoverlast, verkeersongevallen en slechte toegankelijkheid. Belgische steden zijn geen uitzondering. Maar het kan ook anders. Meer zelfs, het moét anders, want onze steden blijven uitbreiden. En dat is een uitdaging waarin we graag het voortouw nemen.

Aanbod verhogen vs. vraag aanpakken

De hoofdredenen voor ons mobiliteitsprobleem hoeven we niet ver te zoeken. Het begint bij onszelf. Zo zijn we simpelweg met veel meer, de bevolking blijft zowat overal sterk toenemen. Daarnaast zien we de auto als een laagdrempelige mobiliteitskeuze. Veel mensen kunnen er zich een (of twee) veroorloven en het is nu eenmaal wat we gewend zijn. Naar het werk, op bezoek bij familie of een avondje cinema? Dat doen we met de wagen.

Het gevolg: de wegen zitten vol. De capaciteit van onze ruimtelijke ordening verhogen is geen goed idee, want die wordt meteen opgevuld met extra verkeer. Wat werkt wél? De alternatieven aantrekkelijker maken, en dus de vraag naar auto-infrastructuur aanpakken. Voor ietwat langere verplaatsingen kom je dan al snel uit bij het openbaar vervoer.

Hoe we steden - groot én klein - ondersteunen in hun ambities

Welke plannen voor duurzame mobiliteit steden ook hebben, de kans is groot dat we een waardevolle partner kunnen zijn. Het klopt, dat is makkelijk gezegd. Daarom plaatsen we enkele projecten uit 2021 in de kijker: