SVK Nieuwpoort

Jan De Nul wapent Belgische kust tegen de kracht van de natuur

Tegen 2030 zal het waterpeil 30 centimeter gestegen zijn en mogen we steeds intensere stormen verwachten. De toekomst van de volgende generaties hangt af van de acties die we nu ondernemen. Jan De Nul neemt zijn verantwoordelijkheid en spant zich in om de emissies naar beneden te brengen. Maar we maken onze maatschappij ook klaar voor de uitdagingen van morgen, met Nieuwpoort als epicentrum van onze inspanningen. Een indrukwekkende stormvloedkering, noodzakelijke onderhoudsbaggerwerken in de haven, een ecologisch werfkantoor ... We stomen de kustgemeente klaar voor de toekomst.

Stormvloeden die slechts eens in de 10 jaar voorkomen, een 1.000-jarige storm en een stijging van de zeespiegel met een halve meter tegen 2100. De stormvloedkering moet het voortbestaan van Nieuwpoort garanderen. En daar werkt Jan De Nul graag aan mee. “De kering past binnen een reeks maatregelen van de overheid om 67 km kust te beschermen”, legt Arnold Feys uit. Als projectleider moet hij ervoor zorgen dat de kering correct geplaatst wordt, binnen vooropgestelde planning en budget.

“Meer dan 85 procent van de polders ligt minder dan 6 meter boven de zeespiegel. Bij een storm die het waterpeil nog meer doet stijgen, overstroomt het hinterland”, vertelt Arnold. “Nu gebruiken we zandzakjes om dat gebied te vrijwaren, maar de stormvloedkering zal dat overbodig maken. Bij hoogwater bereikt het waterpeil een niveau van 5 meter. Gecombineerd met een zware storm kan het peil zelfs stijgen tot meer dan 6 meter, dat is maar liefst anderhalve meter hoger dan normaal. Op dat moment treedt de kering in werking en houdt ze het water tegen. Dat is ook nodig, want zo’n storm komt een tweetal keer per jaar voor. We zijn zelfs voorbereid op een stijging tot 8 meter, maar zo’n zware storm kan zich statistisch slechts eens om de duizend jaar voordoen.” Toch is dat niet het enige moment waarop de kering actief zal zijn. Eén keer per jaar zal de constructie in onderhoudsstand worden gezet en elke twee weken zal een testsluiting plaatsvinden.

Geen drempelvrees

De stalen kering roteert tussen twee gietstalen assen die verankerd zijn in een betonnen landhoofd. De twee landhoofden zijn verbonden met de oevers van de IJzer. Momenteel is Jan De Nul druk bezig met de bouw van het eerste landhoofd. Om een vlotte doorgang van scheepvaart te verzekeren, wordt tussen beide kanten een vrije doorvaartbreedte van minimaal 35 meter gerespecteerd.

“Voor de bouwkuip plaatsten we een combinatie van buispalen en damplanken: een combiwand heet dat. Die bestond uit maar liefst 53 palen van 31,5 meter lang en 42 buispalen van 21,5 meter, noodzakelijk voor de fundering van het landhoofd. Buis per buis hebben we daarna leeggemaakt. Omdat er zo veel obstakels in zaten, konden we vaak maar één buis per dag uitbaggeren. Nadien vulden we de buizen deels op met beton. Na de stort van een laag onderwaterbeton van 2 meter dik konden we de hele bouwput leegmaken en opkuisen. Uiteindelijk hebben we de funderingspalen afgebrand en de vloerplaat van 3 meter gewapend beton droog verwezenlijkt.”

In 2020 starten de heiwerken op de rechteroever en volgt de bouw van het andere landhoofd. In het voorjaar van 2022 wordt de betonnen drempel geplaatst. Een huzarenstukje, volgens Arnold. “Die drempel weegt 4.500 ton en wordt in het najaar op een afzinkponton in Oostende gebouwd. Het gevaarte wordt over zee naar Nieuwpoort gebracht. Ongeveer 3 uur voor hoogtij kunnen we starten met het invaren van de drempel naar zijn locatie in de IJzermonding, anders staat het waterpeil te laag. We hebben dus ongeveer 6 uur de tijd om de drempel boven de eerder gerealiseerde zinksleuf – de verbinding tussen beide landhoofden – te positioneren. In parkeerstand zal de kering verdiept liggen in deze betonnen drempel.”

Voorjaar 2024 zal de stalen kering van 1.300 ton in haar totaliteit worden geplaatst. De constructie wordt gemaakt in Spanje en met een ponton vervoerd naar Nieuwpoort.

Belevingsruimte

Voor de bouw van de stormvloedkering werkt Jan De Nul samen met Herbosch-Kiere. In deze geïntegreerde Tijdelijke Maatschap heeft elke partij op het einde 50 procent gerealiseerd. Maar zowel de voorbereiding als de bouw en plaatsing wordt gezamenlijk uitgevoerd. De studiedienst van Jan De Nul voert het studie- en tekenwerk en de bekistingen uit. Arnold leidt als projectleider alles in goede banen.

“De samenwerking verloopt vlot en er is veel wederzijds respect”, legt Arnold uit. “Dat leidt tot leuke initiatieven. Samen met alle partijen hebben we een belevingsruimte gemaakt, waar kinderen kunnen leren over de stormvloedkering. Er is zelfs een simulator waar ze de kering in werking kunnen zien.”

Gerelateerde nieuwsberichten