Twee Jan De Nul schepen met extreem lage emissies helpen België in zijn stikstofcrisis

Jan De Nul Group zet twee van zijn schepen met extreem lage emissies Tristão da Cunha en Sanderus in om de haven van Oostende te baggeren. Zo voldoet Jan De Nul aan en duikt het zelfs onder de strikte uitstootnormen die de Vlaamse Overheid oplegt voor baggerwerken. Binnen de scheepvaartsector is Jan De Nul is de eerste om baggerschepen met extreem lage emissies in te zetten, een voorbeeld voor baggeroperaties in België en in het buitenland.

Beide baggerschepen behoren tot de nieuwste generatie schepen van Jan De Nul: Ultra-Low Emission vessels (ULEv) of schepen met extreem lage uitstoot. Ze zijn uitgerust met een revolutionair filtersysteem dat stikstofemissies reduceert en nanopartikels opvangt.

Deze technologie is helemaal in lijn met de nog strengere Europese STAGE V-reglementering voor uitstoot op land en binnenwateren. Hierdoor is dit duo de beste keuze voor dit baggerproject, waarbij de Vlaamse Overheid zeer strenge normen op vlak van stikstofemissies oplegt.

Bart Praet, Ass. Area Manager bij Jan De Nul Group:Onze klant, de Vlaamse Overheid, zet sinds dit jaar 100% in op duurzaamheid in baggerwerken. Voor ons is dat een stimulans om onze schepen met ULEv-technologie in te zetten, zoals hier in de haven van Oostende, midden in een dichtbevolkte stadskern. Deze technologie is zonder twijfel een van dé sleutels om de stikstofdossiers uit de gracht te halen voor baggerbedrijven en overheden in een licentietraject.

Deze ULEv-schepen zijn een ontwerp van Jan De Nul

Jan De Nul haalde voor zijn schepen de mosterd bij de Zwitsers. Daar verplicht de regelgeving om uitlaatgassen tijdens tunnelwerken tot een minimum te filteren, zodat de werknemers propere lucht kunnen inademen. Het tweefasig filtersysteem aan boord van de ULEv-schepen doet hetzelfde: het reduceert stikstofemissies door middel van een katalysator met wel 99% en het filtert de uitstoot van nanopartikels met een roetfilter tot een niveau lager dan een Euro 6 wagen.

De schepen van Jan De Nul werken vaak in havens, op rivieren en vlak bij de kust, waar uitstoot een impact heeft op de naburige bevolking. Daarom legt Jan De Nul voor zichzelf de lat hoog voor het reduceren van maritieme uitstoot. In 2015 voegde Jan De Nul de eerste ULEv-schepen toe aan zijn vloot. Sindsdien zijn alle nieuwe schepen uitgerust met deze technologie.

Michel Deruyck, Head of Energy bij Jan De Nul Group: Bij Jan De Nul investeren we in een duurzame wereld. Met onze activiteiten bouwen we duurzaam mee aan een betere toekomst. En met innovatie investeren we in duurzaam materieel om die projecten uit te voeren. Voor dit project zetten we twee van onze zeven ULEv-schepen in. Onze ‘emissievrije’ schepen zullen ons helpen om ons doel van een absolute CO2-reductie van 30% te bereiken tegen 2030.”

De ULEv-technologie is zonder twijfel een van dé sleutels om de stikstofdossiers uit de gracht te halen voor baggerbedrijven en overheden in een licentietraject.

Bart Praet

Ass. Area Manager bij Jan De Nul Group

Sanderus

2019
Beuninhoud:
6.000 m³

Tristão da Cunha

2019
Beuninhoud:
3.500 m³